‘Amerika moet veel illusies van zich afwerpen,’ zo betoogde de Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr zeventig jaar geleden in The Irony of American History. ‘Anders,’ zo vervolgde hij, ‘zullen we worden ondergedompeld in een vermijdbare schuld door een te groot vertrouwen in onze deugdzaamheid.’[1]
Voor Niebuhr, een van de meest invloedrijke theologen van de twintigste eeuw, was dit een belangrijke conclusie. Op dat moment was het land verwikkeld in een strijd op leven en dood met de communistische Sovjet-Unie – dat wat velen destijds zagen als ‘het Rijk van het Kwaad’. Maar daarbij liep het land wel het risico de eigen ‘goedheid’ te overschatten en met het risico een al te activistische rol te gaan spelen op het wereldtoneel.
Aanleiding en testcase
Naar mijn overtuiging heeft deze observatie ons ook iets te zeggen in het huidige conflict tussen Rusland en Oekraïne.
Aanleiding voor deze beschouwing is de publicatie van twee interessante boeken. Allereerst Jeremy Sabella’s boek over Niebuhr,[2] dat recent in vertaling verscheen onder de titel: Hoop in tijden van verdeeldheid. Het levensverhaal van Reinhold Niebuhr en zijn lessen voor de wereld. Sabella is docent aan het Amerikaanse Dartmouth College en houdt zich bezig met onderwerpen op het snijvlak van godsdienst en politiek.
Daarnaast verscheen een nieuw boek van Kees van der Pijl, getiteld: De tragedie van Oekraïne. Europa als opmarsgebied van de oorlog tegen Rusland. Van der Pijl is emeritus hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Sussex. Hij heeft naam gemaakt als radicaal-linkse criticus van het Amerikaanse en Europese buitenlandbeleid. Dat laat onverlet dat hij op zijn vakgebied nog altijd voor een autoriteit doorgaat.
Terwijl voor Van der Pijl de Amerikanen hoofdschuldigen zijn in het huidige conflict, heeft Sabella zich bij mijn weten nergens expliciet over de Amerikaanse inmenging in de Oekraïne-oorlog uitgelaten. En dat terwijl Niebuhr’s kritische beschouwing over de Amerikaanse buitenlandpolitiek, het onderwerp van zijn boek, tot een conclusie zou kunnen leiden die dichter tegen die van Van der Pijl aan ligt dan hij zelf ooit vermoed zou hebben. En mocht dat laatste niet het geval zijn, dan zou Niebuhr’s conclusie mogelijk kunnen leiden tot vermindering van de polarisatie die over dit onderwerp momenteel aan de gang is.
De kinderen van het licht…
In tegenstelling tot Van der Pijl heeft Sabella (laat staan Niebuhr) niet over het Oekraïne-conflict geschreven. Wel heeft Sabella ons een stuk beloofd waarin hij op de oorlog zal reflecteren aan de hand van het werk van Niebuhr.[3]
Sabella zegt daarbij uit te willen gaan van Niebuhr’s The Children of Light and the Children of Darkness (1944). Dat boek handelde over de manier waarop een de Verenigde Staten zich in de luren hadden laten leggen door totalitaire mogendheden als Duitsland en Japan. De Amerikanen dachten aanvankelijk niet actief aan de oorlog te hoeven deelnemen om de democratie van de ondergang te redden. Was de benadering van de Amerikanen gebaseerd op misplaatst idealisme, de kwade machten hadden wel begrepen hoe je je belangen op het wereldtoneel het best nastreeft. Pas na de Japanse aanval op Pearl Harbor werden de Amerikanen eindelijk wakker in de echte wereld.
Het valt niet moeilijk te voorspellen hoe Sabella dergelijke lijnen zal gaan doortrekken naar het huidige conflict met Rusland. Lange tijd droomden de Amerikanen ervan dat de geschiedenis ten einde was. Het democratisch kapitalisme had bewezen het meest vitale politieke systeem te zijn. Het communisme was overwonnen. Niet dat daarmee de voormalige Sovjetrepublieken direct ook democratisch geworden waren. Maar met wat pressie kon er altijd nog worden aangestuurd op een zogenaamde regime change.
In Oekraïne leek die politiek te slagen. Maar nu gooide Rusland alsnog roet in het eten. Poetin leek uit te zijn op herstel van de hegemonie die verloren was gegaan met het wegschuiven van het IJzeren Gordijn. Eerst deed hij verwoede pogingen om Europa aan zich te onderwerpen – dit keer niet met ijzeren vuist, maar via de gaskraan. Had Donald Trump China de wacht aangezegd, met Poetin had hij het op een akkoordje gegooid in ruil voor het presidentschap, zo wordt in brede kring nog steeds geloofd. Gelukkig heeft Joe Biden, in nauwe samenwerking met de Europese Unie, nu toch voor harde confrontatie gekozen. De Russische invasie liet hem ook geen andere keus.
…en de kinderen van de duisternis?
Ik vermoed dat dit ongeveer de lijn is die het betoog van Sabella zal volgen. Zo op het eerste gezicht verschilt die lijn ook niet veel van het tot nu toe heersende narratief in grote delen van de westerse wereld.
Maar geheel volgens het recept van Niebuhr zal hij zich niet laten verleiden tot blinde haat voor de tegenstander. De gewone Rus kan moeilijk iets verweten worden. En veel Russische soldaten doen ook maar domweg wat hen wordt opgedragen. Met name Poetin is het kind van de duisternis hier; hij is de machtsbeluste politicus die slechts een doel heeft en bereid is daaraan alles op te offeren: de nieuwe tsaar te worden.
Hoewel Poetin de grote duivel is in dit verhaal, laat Sabella zich niet verleiden tot de Zelenski-verering die we onder politici in Amerika en Europa nog wel eens zien. Hij toont zich bewust van het feit dat de goedheid van de Oekraïense president een hoog acteergehalte heeft – iets dat niet zo verbazingwekkend is als je bedenkt dat hij als acteur is groot geworden.
Op zichzelf is een dergelijke, door Niebuhr geïnspireerde benadering van Sabella al een verademing vergeleken met de absolute tegenstelling waarvan media en politiek zich bedienen in hun communicatie rond het conflict: die tussen duivelse Russen en een satanische Poetin enerzijds en de heldhaftige Oekraïners onder leiding van halfgod Zelenski anderzijds. En zoals te doen gebruikelijk zullen de Oekraïners deze strijd, zij het met wat hulp van de Amerikanen en Europeanen, glansrijk winnen en zal het regime van Poetin omver geworpen worden.
Christelijk realisme…
Tegenover dit manicheïsme stelt Sabella het ‘christelijke realisme’ van Niebuhr. Ook in Nederland is dit realisme tegenwoordig populair onder intellectuelen uit de gereformeerde traditie zoals Simon Polinder, Menno Kamminga en ook Beatrice de Graaf. De eerste twee hebben het boek van Sabella vertaald en er een inleiding op geschreven, terwijl De Graaf voor een lovend voorwoord heeft gezorgd. Maar dit realisme lijkt in bredere kringen populair aangezien ook Arend Jan Boekestijn bereid was tot een aanbeveling van het boek.
Waar moeten we bij dit christelijk realisme aan denken? Allereerst gaat het uit van een aantal christelijke vooronderstellingen. De eerste daarvan is dat God deze wereld, in al zijn diversiteit en veelkleurigheid, goed geschapen heeft. Daaruit volgt een fundamenteel positieve waardering, niet alleen van natuurlijke werkelijkheid, maar ook de menselijke natuur en manier van samenleven.
Wel geldt daarbij een groot voorbehoud. Eigen aan mensen is namelijk dat ze zondig zijn. Daarmee wordt in het christelijke denken natuurlijk gedacht aan het feit dat wij fouten maken en feilbaar zijn. Maar het verwijst ook naar de diepgewortelde neiging ons eigenbelang na te streven ten koste van de belangen van anderen en ons daarbij te verbeelden als God te zijn.
Die zondigheid is echter geen noodlot. Het is belangrijk dat we onze zondigheid erkennen, daarvoor vergeving vragen en vandaaruit leren onze eigen belangen te relateren aan die onze medemensen en onze natuurlijke omgeving.
We zijn dus niet geroepen af te zien van onze eigen belangen; waar het om gaat is dat we bij het nastreven daarvan ook rekening houden die van anderen. Uitgangspunt daarbij is dat we inzien dat die belangen evengoed gerechtvaardigd kunnen zijn als die van onszelf.
Erkennen dat de mens zondig is weerhoudt ons ervan al te snel ons eigen politieke streven heilig en algemeen geldig te verklaren. De weg naar de hel is maar al te vaak geplaveid met goede bedoelingen. Steeds zijn we geroepen ons er rekenschap van te geven wat we met ons streven daadwerkelijk teweeg brengen in deze wereld.
…versus de huidige polarisatie in de politiek…
Aanhangers van dit christelijk realisme zijn ervan overtuigd dat deze benadering aanknopingspunten biedt om de polarisatie in politiek en samenleving te overbruggen. Polinder en Kamminga menen er op zijn minst enkele te ontwaren in het werk van Niebuhr. Kort samengevat:
- Wees niet tevreden met alleen maar goede bedoelingen en heb oog voor de mogelijkheid van je eigen ideologische verblinding.
- Kijk ook steeds kritisch naar je eigen acteren en ga er niet per definitie vanuit dat het kwaad in de ander groter is dan dat in jezelf.
- Maak onderscheid tussen groter en kleiner kwaad en sta ervoor open dat handelen soms niet meer is dan een kwestie van kiezen voor het minst van alle kwaden.
- Erken dat er mogelijk waarheidselementen zitten in de overtuiging en visie van de ander en laat jezelf daardoor eventueel zelfs overtuigen.
Uitgangspunt blijft dat wij tegen onrecht strijden. Maar als we daarbij realistisch genoeg zijn en de vingerwijzingen van Niebuhr volgen, kunnen tegenstellingen zelfs worden overwonnen, zo stellen Polinder en Kamminga nogal optimistisch in hun inleiding.
…of toch niet?
Vraag is dan wel welke tegenstellingen ze daarbij op het oog hebben. Is het mogelijk om iedereen die kritische vragen stelt bij de huidige Oekraïne-oorlog als vriendje van Poetin weg te zetten? En meer praktisch: is er een kans dat Amerikanen en Europeanen er vroeg of laat toch nog bij Zelenski op aandringen om zich neer te leggen bij de status quo en een compromis te sluiten met Poetin. Of is er maar een doel: Poetin verslaan en zijn regime ten val brengen?
Sluit Sabella zich aan bij de mensen die vinden dat Poetin de huidige Hitler is? Dan zal hij inderdaad voor de laatste optie kiezen. En als Poetin inderdaad de nieuwe Hitler is, dan zou hij nog gelijk hebben ook. Maar dat laatste is nu juist de vraag. Van der Pijl, bijvoorbeeld, heeft een totaal andere visie op het conflict. En daarin is Poetin niet zozeer een held als wel iemand die in het huidige conflict de minste van alle kwaden vertegenwoordigt.
Dat vereist voor sommigen misschien wat uitleg. Volgens Van der Pijl is Poetin weliswaar een dictator, maar wel eentje die de macht van de oligarchen in Rusland met succes heeft weten te breken en ervoor heeft gezorgd dat een deel van het geld dat voorheen in de zakken van enkele roofkapitalisten verdween nu in de collectieve sector wordt geïnvesteerd. Dat ging niet altijd zonder slag of stoot en er viel ook wel eens een oligarch uit een hotelraam. Maar dat is wel waarom Poetin door de overgrote meerderheid van de Russen op handen wordt gedragen, zo stelt Van der Pijl.
Maar Van der Pijl zal toch moeten toegeven dat de inval in Oekraïne een grove schending was van de soevereiniteit van dat land? Volgens hem is dat allemaal veel te simpel gesteld en getuigt een dergelijke benadering van heel weinig inzicht in de geschiedenis. Men gaat dan namelijk volledig voorbij aan de manier waarop de regering in Kiev het afgelopen decennium is omgegaan met de bevolking van oostelijk Oekraïne en er bij bombardementen op republieken als Donetsk en Lugansk duizenden doden zijn gevallen.
Dat het volk van die beiden republieken bij referendum aangaf onafhankelijk te willen zijn van westelijk Oekraïne hoefde volgens Van der Pijl dan ook niet te verbazen. Dat de Oekraïense nationalisten, gefinancierd door Igor Kolomoiski en geleid door Zelenski, daar geen genoegen mee namen, lag vanuit hun ideologie voor de hand. Dat zij hun troepen opdracht gaven de afvallige provincies eens een lesje te leren, hoefde evenmin te verbazen. Maar dat, omgekeerd, de betrokken republieken vervolgens de hulp van Poetin inriepen en deze de uitnodiging met beide handen aangreep, evenmin – althans vanuit een realistisch standpunt dat zich probeert te verplaatsen in de beiden kanten van het conflict.
De tragedie van de Amerikaanse inmenging
Daarnaast speelt dat Rusland zich zorgen maakt over de toenemende rol van de Amerikanen in Oekraïne. Lidmaatschap van de Europese Unie is een ding, maar Oekraïne als lid van de NAVO is voor Poetin een absolute nachtmerrie. Niet zozeer omdat hij zelf nog droomt van een groot-Russisch rijk. Maar omdat hij iets anders tegen de NAVO aankijkt dan wij gewend zijn.
Voor Poetin is de NAVO een verlengstuk van de neoconservatieve politiek waarin de zogenaamde Wolfowitz-doctrine van regime change leidend is. Dat is waarom de Amerikanen huis gehouden hebben in Kosovo, Irak, Afghanistan en Libië. Iets dergelijks vond volgens de Russen in 2014 plaats in Oekraïne tijdens de beruchte opstand op het Maidanplein. Natuurlijk om het welzijn van het land te bevorderen en de uiteindelijke overwinning van de democratie. Maar, zo stelt Van der Pijl, het ging er toch vooral om hun eigen belangen zo goed mogelijk door de nieuw in het zadel geholpen regimes te laten behartigen.
In termen van Niebuhr: dat is de ironie van de Amerikaanse geschiedenis. Zelfs al zijn de mensen die daarin aan de knoppen zitten ervan overtuigd dat ze gedreven worden door de beste bedoelingen, wanneer ze zich niet bekommeren om de gevolgen voor de stabiliteit van de regio, dan zijn ze mede verantwoordelijk voor de tragedie die daarvan het gevolg kan zijn. En als we dan ook nog moeten vaststellen dat die goede bedoelingen intussen ook perfect samengaan met eigen belangen als de garantie van goedkoop graan en energiebronnen, kan ook zonder ooit van Niebuhr gehoord te hebben Van der Pijl voor zichzelf de conclusie trekken dat deze geschiedenis misschien wel veel erger is dan ironie.
Irak en Libië zijn veranderd in landen waarin sprake is van continue burgeroorlog. In Afghanistan zijn de Taliban sterker dan ooit. En met de bombardementen op Servië hebben de Amerikanen veel slachtoffers gemaakt. Een herhaling daarvan in Oekraïne, waar bij een NAVO-lidmaatschap op Moskou gerichte raketten wel heel dichtbij zouden komen, wilde Poetin hoe dan ook voorkomen.
Volgens Van der Pijl is Oekraïne vanwege dit conflict in een massagraf veranderd. Amerikaanse belangen, veiliggesteld via Oekraïens lidmaatschap van de NAVO, zijn fundamenteel tegengesteld aan de veiligheidsbelangen van Rusland. De strijd tussen die belangen wordt nu over de rug van de Oekraïners uitgevochten. En elke dag dat het conflict langer duurt sterven er op het slagveld honderden Oekraïners in een oorlog die voor hen niet te winnen valt. Dat is volgens Van der Pijl de tragedie van Oekraïne.
Is er nog hoop voor Oekraïne?
Volgens Van der Pijl is het uitgesloten dat Zelenski in staat is deze oorlog in zijn voordeel te beslechten. Ook niet wanneer de NAVO aanstuurt op verdere escalatie en steeds zwaarder materieel, mogelijk zelfs haar eigen mensen zal inzetten. Maar gezien het vernietigende potentieel waarover de Russen beschikken zou dat uitlopen op een catastrofe van een omvang die alleen verliezers kent. Dat zou pas echt tragisch zijn.
Het enige realistische alternatief voor Zelenski is om toch echt op korte termijn aan tafel te gaan om te zien hoe escalatie en verder terreinverlies kan worden voorkomen. De meest waarschijnlijke uitkomst daarvan is dat het oostelijk deel zelfstandig verder gaat en Kiev alleen nog zeggenschap houdt over het westelijk deel van Oekraïne. Maar ook dan zal Poetin daar alleen serieus op ingaan wanneer hij de garantie krijgt dat ook het overgebleven deel geen lid wordt van de NAVO.
Wel dient Poetin dan van zijn kant de garantie te geven dat hij de zelfstandigheid van westelijk Oekraïne zal respecteren. De Minsk-akkoorden laten zien dat hij daartoe destijds onder genoemde voorwaarden bereid was en daarbij zelfs het risico nam op een militaire versterking van Oekraïne met het oog op een toekomstig conflict met Donetsk, Lugansk en, tenslotte, Rusland zelf.
Opnieuw: christelijk realisme
Dat vereist een realisme dat ook haar inspiratie vindt in het denken van Niebuhr. Allereerst dient erkend dat ook vanuit een christelijk oogpunt het verlangen naar meer autonomie van oost-Oekraïense republieken meer steun verdiende dan het tot nu toe vanuit het westen kreeg.
Ook dient erkend dat te weinig rekening is gehouden met de perceptie die Rusland heeft van de NAVO. Met de toezegging dat Oekraïne zou kunnen toetreden tot de alliantie hebben de westerse mogendheden hun hand duidelijk overspeeld – ook wanneer daarbij alleen maar goede bedoelingen in het geding zijn geweest.
Juist van Niebuhr hadden de Amerikanen en Europeanen kunnen leren dat goede bedoelingen alleen niet tot stabieler internationale betrekkingen leiden. Van belang is daarnaast om te zien of daarmee ook de belangen van machtige tegenspelers gediend zijn. Is dat laatste niet het geval, dan laden westerse mogendheden de ‘vermijdbare schuld’ op zich van een politiek die teveel geloof hecht aan eigen morele superioriteit.
Sterker nog: volgens Van der Pijl zouden we er verstandiger aan doen om te rekenen met de mogelijkheid dat Amerikanen en Europeanen niet alleen gedreven werden door goede bedoelingen, maar evenzeer of misschien wel veel meer door geraffineerd eigenbelang.
Ik weet alleen niet zeker of Sabella en, in diens spoor, Polinder, Kamminga en De Graaf zich in die lijn kunnen vinden. Wanneer ze daarmee ook na lezing van Van der Pijl problemen blijven houden, dan moeten we concluderen dat Niebuhr ons weliswaar waardevolle inzichten biedt, maar dat die geen garantie zijn voor eensluidende conclusies in een praktische casus als die van het Oekraïne-conflict. De visie van Van der Pijl lijkt me namelijk uitstekend te verdedigen in het licht van met name het latere werk van Niebuhr.
Misschien moeten we zelfs wel concluderen dat de visie van Van der Pijl realistischer is dan die van Sabella met zijn beroep op de vroegere Niebuhr.
Tenslotte
Lezers zouden zichzelf dan ook tekort doen wanneer ze met het oog op begrip van actuele politieke issues zich zouden beperken tot het werk van Sabella. Steeds zal toch ook gekeken moeten worden wat er ter plekke werkelijk aan de hand is. Dat gebeurt op dit moment vanuit het manicheïsme waarin ook veel christenen gevangen zitten, naar mijn opvatting te weinig. Van der Pijl kan ons van een dergelijke wij-zij-tegenstelling genezen. Precies zoals Niebuhr het volgens Sabella graag gezien zou hebben.
N.a.v.
- Jeremy L. Sabella, Hoop in tijden van verdeeldheid. Het levensverhaal van Reinhold Niebuhr en zijn lessen voor de wereld. Uitgave van Parthenon te Almere, 2022; 215 blz.; € 24,90.
- Kees van der Pijl, De tragedie van Oekraïne. Europa als opmarsgebied voor de oorlog tegen Rusland. Uitgave van De Blauwe Tijger te Groningen, 2023; 288 blz.; € 24,95.
[1] The Irony of American History (1952), p. 495.
[2] Oorspronkelijk verschenen onder de titel An American Conscience. The Reinhold Niebuhr Story (2017).
[3] Jeremy Sabella on Twitter: "The uncanniness of war in the social media age invoking World War II era sentiments. Fascinating read from @Millicentsomer. https://t.co/I7rNlqsfBY via @slate" / Twitter