Het Falen van Fukuyama

Hoe het politieke systeem dat ooit 'het einde van de geschiedenis' leek in te luiden, nu ironisch genoeg zelf aan het aflopen is.

17 januari 2024

Door Vincent Vos

Het einde van liberale democratie

Het is alweer bijna 35 jaar geleden dat er een golf van optimisme door de wereld trok. De val van de Berlijnse Muur luidde een nieuw tijdperk in. Een tijdperk waarin alle vijandige, onderdrukkende ideologieën zoals het fascisme en het communisme verslagen waren. De winst van de Verenigde Staten en de ineenstorting van de Sovjet-Unie zorgden ervoor dat er voor het eerst een bijzondere situatie ontstond in de wereld. Voor het eerst bereikte een land en daarmee haar ideologie werelddominantie. Deze machtsovername van de Verenigde Staten zou een nieuwe wereld inleiden. Een nieuwe wereld waar iedereen dezelfde doelen zou nastreven, waar de oorlog uitgebannen zal worden en waar de mens eindelijk gelijk en vrij zal worden. Dit moest wel gaan gebeuren. Deze ontwikkeling zou volgens de liberalen namelijk de volgende schakel zijn in een keten van samenlevingen die aan het moderniseren zijn. Met deze gedachte brak het tijdperk van de liberale democratie aan. Waar in vele westerse landen al na de Tweede Wereldoorlog liberale democratieën concreet vormgegeven werden, werd dit model van liberale democratie na de val van de muur pas echt als een model gezien voor de hele wereld. Het politieke systeem van Nederland werd en wordt nog steeds wereldwijd gezien als een van de meest gelukte liberale democratieën van de wereld. Dit komt vooral door ons politieke poldermodel, oftewel consensusdemocratie.

Anno 2024 blijkt niets minder waar. Wie objectief naar de huidige wereld kijkt, ziet overal onvrede en oorlog om zich heen. Er ontstaan steeds meer problemen in onze samenleving. Crises zijn als we de media moeten geloven tegenwoordig eerder de norm dan een uitzondering geworden. De hedendaagse politiek probeert antwoorden te formuleren op deze grote problemen, maar is hiertoe niet in staat. Het is zelfs zo dat de huidige politiek zelf deze crises veroorzaakt. De asielcrisis, de coronacrisis, de Oekraïnecrisis, de financiële crisis, de crisis in de jeugdzorg en de democratische crisis zijn maar enkele voorbeelden. Deze crises zijn allemaal gevolgen van de starheid en arrogantie van onze elites die koste wat het kost doorgaan met hun eigen agenda. 

Dit resulteert dat steeds meer mensen afhaken bij het politieke proces of slechts nog uit protest stemmen op steeds veranderende partijen die beloven de grote problemen wél op te lossen. Elke keer zien we echter dat ook deze partijen niet in staat zijn de problemen op te lossen, omdat deze partijen nog steeds moeten handelen binnen de kaders van de huidige staatsstructuren.

Een aantal weken geleden hield het Het Financieele Dagblad een interview met liberaal filosoof Francis Fukuyama over het verval van de liberale wereldorde. Dit artikel is geschreven naar aanleiding van dat interview dat hier te lezen valt. Fukuyama probeert in zijn interview in te gaan op de veranderende omstandigheden in de wereld en de problemen die ontstaan binnen liberale democratie. Fukuyama ziet helaas niet in dat deze problemen onderdeel zijn van het weefsel van de liberale democratie.

Wat is er nou echt aan de hand met ons politieke systeem?

Ik zal in dit artikel eerst een definitie van liberale democratie geven. Liberale democratie is: “Een politiek stelsel waar een bevolking haar eigen afgevaardigden kiest en deze afgevaardigden handelen binnen de rechtelijke context van het alsmaar progressiever wordende liberalisme.” 

Het probleem is dat liberale democratie niet meer om kan gaan met de veranderende omstandigheden in de wereld. Dit probleem is echter tweeledig: intern en extern. Deze twee componenten zullen in de komende alinea’s uitgelegd worden.

Interne conflicten: de opkomst van het populisme en de depressie-samenleving

Liberale democratie heeft tot nu toe redelijk gewerkt, omdat het kon teren op een traditionele samenleving waar gemeenschapszin nog bestond. De positieve effecten van het liberalisme en daarmee ook liberale democratie zorgden ervoor dat er in ieder geval de illusie bestond voor mensen dat ze zichzelf maximaal konden ontplooien. 

De samenleving tot de jaren ’60 kende nog een sterke gemeenschapszin: de volle kerken, gezinnen die op zondag gezamenlijk naar die kerken toe liepen, voetbal speelden op zaterdag, buurtverenigingen oprichtten. Mensen herkenden zichzelf nog ook in het lokale straatbeeld doordat de instroom van immigranten nog niet zulke grote proporties had aangenomen. De donkere kant van die wereld was dat het gesloten was: het individu raakte ondergesneeuwd door de groep. Het liberalisme, dat juist de vraag stelde naar dat individu, brak het potentieel sektarische van de gemeenschap open. Doordat de worteling nog sterk genoeg was, de voeten nog gegrond stonden in de gemeenschap, ontstond er een periode van “best of both worlds”: de bescherming van en verantwoordelijkheid naar de gemeenschap en tegelijkertijd de mogelijkheid om daarboven uit te stijgen. Plato zei al dat dit het wezen van de mens was; de mens wil deel zijn van een gemeenschap maar wil tegelijkertijd ook de mogelijkheid om los van deze gemeenschap komen te staan. Voor even was dit conflict in de Westerse mens opgelost.

Ontwikkelingen in de samenleving die het resultaat zijn van het doorgeslagen universalistische karakter van het liberalisme, zoals massa-immigratie, hyperindividualisme en ontworteling hebben ervoor gezorgd dat het sociale weefsel van de samenleving compleet verdwenen is. Dit wordt het Böckenförde dilemma genoemd. Sociaal kapitaal verdwijnt door verdere liberalisering van de samenleving, waardoor het liberalisme zelf en daardoor liberale instituties langzamerhand stoppen met correct te functioneren. Eenzaamheid, onbegrepenheid en daardoor depressie vierden hoogtij. 

Deze depressieve gevoelens worden nog verder versterkt door het ontbreken van strijd binnen onze staatsstructuren, zoals de filosofie van Carl Schmitt ons al leert. Het poldermodel in specifiek Nederland wordt geprezen omdat het in de ogen van liberaal democraten een perfect middel is om consensusvorming te bereiken.

De kritiek op het poldermodel heeft FVD groot gemaakt. Het is de bekende “overal water bij de wijn doen” politiek. Dit resulteert in beleid dat telkens hetzelfde blijft, ongeacht of mensen anders stemmen. De afgelopen jaren hebben aangetoond dat de afgevaardigden van de zogenaamde belangenclubs die aan tafel zitten bij onderhandelingen onderdeel zijn van dezelfde elitaire bubbel. De baantjescarrousel heeft laten zien dat deze maatschappelijke organisaties en de politiek zelf zo verweven met elkaar zijn dat ze enkel het belang van de elitaire klasse vertegenwoordigen. De normale burger heeft daardoor geen invloed op de hoofdstroom in Nederland. Toch wordt de cultuur binnen Nederland steeds progressiever, waardoor de referentiekaders van bestuurders die binnen deze rigiditeit van het systeem handelen ook progressiever worden. Hierdoor schuift het gehele politieke spectrum steeds verder naar links. Zo werd bijvoorbeeld pas in 2001 het homohuweljk in Nederland gelegaliseerd en word je nu 23 jaar later sociaal uitgesloten als je niet wil dat kinderen op basisscholen wordt aangeleerd dat het normaal is om van geslacht te veranderen. Het opschuiven van deze cultuur is een bijproduct van de trend van verdere mondialisering van de persoonlijke belangen van deze kartelpolitici. Iedereen wil steeds meedoen met de nieuwste hype die uit de Verenigde Staten overwaait om zo internationaal gezien te worden.

In onze huidige tijd is metafysica geen expliciet onderdeel meer van ons leven. Hierdoor is de mens enkel nog bezig met de verdeling van middelen en materiële belangen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de materiële strijd de natuurlijke manier van bestaan is geworden bij de mens en dus de politieke strijd van groot belang is in het leven van de moderne mens. Liberale democratie heeft deze strijd echter gereguleerd en proberen af te vangen. Dit zou werken wanneer iedereen in grote lijnen hetzelfde zou willen. Niets is tegenwoordig minder waar. De universalistische liberale droom heeft ervoor gezorgd dat elites met niets anders bezig zijn dan hun eigen macht voorbij de grenzen van Nederland uit te breiden. De Nederlandse soevereiniteit wordt als wisselgeld ingezet voor de carrières van deze bestuurders.

De grondwet is dan ook niet meer in dienst van het volk zelf opgesteld, maar staat enkel in dienst van globale idealistische belangen. Artikelen 93 en 94 zijn funest voor de Nederlandse soevereiniteit omdat het de internationale Amerikaanse liberale rechtsorde door middel van verdragen boven de Nederlandse zet, wat het een directe aanval maakt op de mogelijkheid voor de Nederlander om een andere koers te kiezen dan dat de internationale progressief-liberalen willen. Hetzelfde geldt voor artikel 1. Het discriminatieverbod van artikel 1 van de grondwet zorgt ervoor dat elke mogelijkheid tot herstel van de gemeenschappen in Nederland onmogelijk wordt gemaakt. De steeds verdere verbreding van dit artikel is bedoeld als een juridische zekerheid om het steeds verder van de realiteit afstaande hyperindividualisme te promoten. Dit wordt perfect geïllustreerd door de recente toevoeging van het begrip genderidentiteit aan dit artikel. Het is door dit artikel effectief verboden om je te verzetten tegen de gemeenschapsverwoestende transgenderindoctrinatie. 

Het doorgeslagen individualisme is zo verankerd in de grondwet. De laatste wijziging van de grondwet die de categorie gender toevoegt aan artikel 1. We zijn verplicht om mee te gaan met de internationale agenda van de coalitie van de al dan niet bestaande minderheden die fungeren als middelen om de normaliteit van de traditionele samenleving af te breken.

Dit is een groot probleem van liberale democratie. Er is langzamerhand geen volk meer dat kan handelen. Ook is er door het ontstane partijkartel geen sprake meer dat de bevolking invloed kan uitoefenen op de grotere koers van Nederland. Als laatste heeft de bevolking geen invloed meer op de culturele kaders waarbinnen bestuurders handelen, gezien deze elites dus alleen met het internationale bezig zijn. De voorbeelden van oud-minister Sigrid Kaag als nieuwe VN-gezant in Gaza, oud-minister Wopke Hoekstra als nieuwe Eurocommissaris en de wens van minister-president Mark Rutte om baas van de NAVO te worden, bevestigen dat dit eerder de norm is dan de uitzondering.

De rigiditeit van ons liberale consensusdemocratie heeft ervoor gezorgd dat politieke instituties niet adaptief genoeg zijn om om te gaan met een veranderde samenleving, waardoor er een steeds grotere kloof ontstaat tussen wat op straat de realiteit is en in welke fictie de politiek leeft. Het resultaat is dat steeds meer mensen aan het systeem an sich gaan twijfelen of zich realiseren dat het toch allemaal geen nut meer heeft. Hierdoor keert de vitale geest van deze mensen naar binnen en worden ze apathisch als een vorm van zelfbescherming. Toch blijven deze gevoelens op de achtergrond wel spelen, wat leidt tot een disconnect tussen de interne wereld en de externe wereld van een persoon. Mensen worden gedwongen om mee te doen met een systeem dat in hun hart als verraad voelt van het eigene. Het wordt steeds lastiger om jezelf in de spiegel aan te kijken. Een beter recept voor depressie is er niet! Langzamerhand wordt het nog wel vitale gedeelte van de bevolking steeds extremere kanten opgeduwd. De Nederlandse politicoloog Arend Lijphart voorspelde in zijn eerdere werk al dat consensusdemocratie op korte termijn werkt, maar op langere termijn zal leiden tot een enorm conflict.

Wanneer mensen er namelijk in groten getale achter komen dat liberalisme enkel staat voor universalisme en losgekoppeld is van het persoonlijk belang of het belang van de eigen groep (volkssoevereiniteit) zal men de liberale instituties verwerpen. Wat heeft liberale democratie voor nut als het systeem niet in het eigen belang van de Nederlander handelt. Wat heeft de gemiddelde Nederlander eraan dat het universalistische karakter van liberale wetgeving Nederland open zet voor hordes migranten of dat hij zijn pensioen kwijt raakt aan Europese herverdelingsprojecten? Waar in het verleden het argument nog gemaakt kon worden dat de voordelen op zouden wegen tegen de nadelen, namelijk een gegrond systeem in een sterke natiestaat met gemeenschapszin, is dit al lang niet meer het geval.

Liberale democratie laat daarnaast steeds vaker haar echte gezicht zien. Het systeem kan niet omgaan met interne concurrerende visies die langzamerhand aan het ontstaan zijn waardoor het autoritair wordt.

Aanhangers van liberale democratie halen het argument van liberaal filosoof Karl Popper aan, dat stelt dat er limieten zouden moeten worden gesteld aan hoe tolerant de liberale samenleving zou moeten zijn. Het credo: “we moeten niet tolerant zijn tegen intolerantie” staat hier centraal. Toch vergat Popper en met hem de liberale democraten dat deze uitspraak zelf net zo intolerant is. Om te bepalen wat tolerant en intolerant is, moet er wel eerst een definitie opgesteld worden van deze twee woorden. Diegenen die deze definitie opstellen krijgen dan de macht om te bepalen welke uitingen wel en niet zouden mogen in een samenleving.

Waar in het begin partijen als de PVV dit argument in hebben gezet in hun standpunt om de islam in Nederland te verbieden, wordt dit argument nu ook steeds meer openlijk ingezet door partijen als D66 om politiek dissidenten weg te zetten. Dit was ook het argument om FVD te verbieden. Progressief-liberale elites mogen namelijk bepalen wat tolerantie inhoudt. In de praktijk zorgen liberaal democraten er dus voor dat alleen hun eigen visie onder de definitie van “tolerantie” wordt geschaard en daarmee wordt liberale democratie autoritair. Poppers constatering geeft dan meer het falen van het liberalisme aan dan dat het een argument is dat voor liberalen positief uit zou pakken. Blijkbaar werkt liberale democratie alleen voor mensen van D66.

Het verwerpen van Huntington en de strijd der beschavingen en het externe conflict: het einde van de liberale hegemonie.

Het idee van Fukuyama behelst dat liberale democratie niet alleen een staatsstructuur is, maar dat het de nieuwste evolutie is van de mens. Het is volgens deze kijk dan ook niet zo dat liberale democratie de dominante staatsvorm in het Westen is geworden omdat het liberalisme de andere ideologieën door een samenloop van omstandigheden heeft verslagen, maar het liberalisme en daarmee liberale democratie ondanks de omstandigheden zouden altijd hebben gewonnen. De staatsvorm liberale democratie wordt zo een uiting van beschaving.

Na de aanslagen op 11 september 2001 werd de nieuwe wereldorde van het liberalisme geconfronteerd met een eerste anomalie. De opkomst van terrorisme en de oorlogen die het resultaat waren van de aanslagen op de Twin Towers waren een grote klap voor het liberaal utopisme van mensen als Fukuyama. Als resultaat van deze gebeurtenissen werd het idee van Fukuyama echter niet losgelaten. Hoewel eerder al opgesteld, werd de theorie van “Botsende beschavingen” van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington vanaf dit moment echt dominant. Huntington stelde net als Fukuyama dat na de val van de Sovjet-Unie het tijdperk van ideologie voorbij was. De wereld zou nu terugvallen naar een situatie waar cultuur het belangrijkste verschil bleef tussen volkeren. De nieuwe conflicten van de nieuwe wereld zouden daarom puur en alleen over cultuur plaatsvinden. Huntington sprak daarom ook over een “Clash of Civilisations”. 

Huntingtons theorie werd geïntegreerd in de algemene opvatting van Fukuyama. Er was inderdaad een botsing van beschavingen, maar het was echter wel zo dat de andere beschavingen die zich bleven verzetten tegen liberale democratie minder ver ontwikkeld zouden zijn dan het Westen. Deze reden werd door het Amerikaanse Imperium/het Westen gebruikt als middel om haar oorlogen voort te zetten. Het zou de taak van de verlichte westerling zijn om beschaving en daarmee liberale democratie te brengen naar andere civilisaties. 

Deze denktrant is bij partijen als de PVV nog steeds dominant. De kritiek uit de hoek van de PVV is toentertijd ontstaan uit dat “barbaarse moslims” niet willen integreren in de Nederlandse cultuur. Dit narratief is sinds Fortuyn hier in Nederland dominant. Multiculturalisme is dan ook mislukt omdat de mensen die hier komen wonen progressief-liberale waarden niet zouden willen respecteren.

We zien echter langzamerhand overal in de wereld, zowel binnen als buiten het Westen, dat het cultuurconflict tussen het progressief-liberalisme en verschillende vormen van traditionalisme opbloeien. Niet alleen mensen van andere beschavingen gingen zich verzetten tegen het progressief-liberalisme; Binnen de oorspronkelijke bevolkingen van westerse landen kwam ook kritiek. De redenen hiervoor zijn al eerder genoemd in dit artikel.

Het gebrek aan eensgezindheid binnen het Westen en het niet willen accepteren van Westerse elites dat hun bevolkingen zich terecht ontheemd voelden, ondermijnden het vertrouwen nog meer in het Westen. Ook militair-technologisch gezien begon het Amerikaanse rijk terrein te verliezen. Het verlies van de VS om Oekraïne in te lijven in de liberale wereld heeft dan ook een diepere betekenis. Het opstaan van Rusland tegen de VS en de huidige winst van Rusland in Oekraïne betekenen het einde van de Amerikaanse hegemonie en het einde van de morele hegemonie van liberale democratie. Dit in combinatie met het eerdere verlies van de VS in het Midden-Oosten, het verlies in de Sahel regio, de huidige rol die het Westen vervult het Israel-conflict, de opkomst van de BRICS en het interne culturele conflict in het Westen creëren de perfecte storm voor verandering. 

Waar mensen nu nog niet beseffen dat ons politieke systeem het probleem is waardoor we de grote problemen niet kunnen oplossen, zal een veranderende wereldorde mensen laten inzien dat het liberale verhaal dat ons is opgelegd door de Verenigde Staten niet het enig mogelijke verhaal is. Een verzwakking van de VS zal een verzwakking van de liberale instituties in het Westen betekenen. Dit zal de mogelijkheid bieden voor Nederland om over te gaan met andere modellen van staatsinrichting. Moderne modellen die mogelijk wel het vermogen hebben om de grote problemen van deze tijd op te lossen. 

Waar Fukuyama zelf op een incorrecte wijze toch probeert de nieuwe ontwikkelingen in de wereld te integreren in zijn denkbeeld, doen westerse elites dit helaas niet. Dit zal waarschijnlijk het einde betekenen van liberale democratie.

De toekomst valt lastig te voorspellen, maar wat wel zeker is, is dat er enorm veel gaat veranderen in zowel Nederland als de rest van de wereld. Het is aan ons om hier het beste op in te spelen en zo de leiders van de toekomst te worden!

Deel op socials

Andere artikelen

Blijf op de hoogte

1743790dfedbbb041146808435edbac5.jpeg

''De Lange Mars door de instituties begint hier!”