Het materialistische wereldbeeld

Joris van Rossum en het anti-utopisme van Arthur Schopenhauer

23 juni 2022

Op vrijdag 24 juni gaf Joris van Rossum een borrellezing op het partijkantoor van Forum voor Democratie.

Joris van Rossum studeerde biologie en promoveerde in de filosofie. In zijn laatste boek, De weg terug, presenteert hij de filosofie van Arthur Schopenhauer als een antwoord op de crisis van onze wereld.

Je boek wil antwoorden geven voor een ‘dolende wereld’. Wat bedoel je daar precies mee?

De westerse wereld zit in een diepe crisis. Denk aan de obsessie met het klimaat, de woke-cultuur en massa-immigratie. Dit is volgens mij uiteindelijk te herleiden tot een verkeerd mens- en wereldbeeld wat voornamelijk in de negentiende eeuw is ontstaan. Ik onderscheid drie ontwikkelingen die met elkaar verband houden: de neergang van het christendom, het opkomen van het utopisme, en de wetenschappelijke revolutie, die vooral door Darwin vervolmaakt is. De weg terug betekent dus terug naar de negentiende eeuw, toen we de verkeerde afslag hebben genomen en terug naar Schopenhauer die een alternatief wereldbeeld neerzette waarmee we onze crisis kunnen begrijpen en oplossen.

Maar de belangrijkste ontwikkeling van de moderne tijd is toch die wetenschappelijke revolutie, en die heeft ons toch heel veel gebracht?

Zeker. We hebben ontzettend veel aan de wetenschap te danken. Maar de vraag is of die revolutie op bepaalde vlakken niet te ver is doorgeslagen. In de coronatijd hebben we gezien dat de politiek erg haastig wetenschappelijke inzichten, die altijd aan verandering onderhevig zijn, in beleid omzet. Denk ook aan de milieudiscussie: zoiets complex als het klimaat wordt gereduceerd tot een simpele relatie tussen CO2 en temperatuur. Dit houdt ook verband met een overmatig vertrouwen in experts. Wetenschap is niet een bepaalde groep mensen of een instituut, maar een methode. De beroemde natuurkundige Richard Feynman zei: “Science is the belief in the ignorance of experts”.  Schadelijker nog is het materialistische, mechanistische wereldbeeld dat met de wetenschappelijke revolutie is ontstaan: de gedachte dat de wereld louter materieel van aard is. 

Maar in je boek ga je ook tegen onderdelen van de huidige wetenschappelijke concensus in. Een groot deel ervan is gewijd aan de weerlegging van Darwins evolutietheorie. Kun je kort uitleggen wat jouw bezwaar met die theorie is?

Ik geloof wel dat evolutie bestaat, maar niet dat natuurlijke selectie het mechanisme achter dat proces is. Deze theorie heb ik uitgewerkt in mijn promotieonderzoek. Hier liet ik zien dat seksuele reproductie niet past in het evolutiemodel, en dat deze vorm van voortplanting in feite het darwinisme weerlegt. Adaptaties zijn selectief en er is in de natuur dus een inherent streven naar evolutie wat niet te rijmen is met het materialistische wereldbeeld, maar wel te verklaren is met Schopenhauers leer. Daarom is Darwin ook heilig voor de meeste wetenschappers. Met zijn theorie staat of valt het materialistische wereldbeeld. 

Hoe kan de aanname van een wil in de natuur leiden tot een andere beeld van de werkelijkheid?

Schopenhauer was een bewonderaar van het christendom en de oosterse religies. Hij bestudeerde als een van de eersten in Europa de Upanishaden en het boeddhisme. Volgens Schopenhauer is er verlossing mogelijk door de kennis van die wil: verlichting door inzicht.

Op politiek niveau zou je Schopenhauer als conservatief moeten zien. Hij ageerde in zijn tijd tegen het utopisme dat opkwam, en waarschuwde voor demagogen die de hemel op aarde beloofde. Ik denk dat gebrek aan inzicht in de menselijke natuur ons te ambitieus heeft gemaakt op intellectueel niveau en ons ontvankelijk heeft gemaakt voor de waan van de utopie. Het conservatisme houdt rekening met onze morele en verstandelijke beperkingen. De conservatief begrijpt dat de utopie een illusie is, dat macht corrumpeert en dus verdeeld, gecontroleerd en gedecentraliseerd moet worden, en het belang van religie. 

In de protestbeweging die vooral tijdens de coronacrisis is ontstaan zie ik ook wel een sterk verlangen naar geestelijke antwoorden. Maar het gaat alle kanten op; mensen komen ook uit bij de theorieën van David Icke en Marcel Messing. Hoe zie jij die ontwikkeling?

Daar heb ik ook over nagedacht. Mensen zijn verbouwereerd. Ze zien dingen die ze niet kunnen begrijpen en zijn op zoek naar antwoorden. Ze zijn het vertrouwen verloren in het paradigma waarin ze zijn opgegroeid: dat de wereld begrijpelijk is, dat politici altijd te vertrouwen zijn en dat experts rationeel handelen. Mensen gaan op zoek naar nieuwe antwoorden en dat vind ik niet meer dan logisch. Mijn overtuiging is dat Schopenhauer deze antwoorden biedt.

Deel op socials

Andere artikelen

Blijf op de hoogte

1743790dfedbbb041146808435edbac5.jpeg

''De Lange Mars door de instituties begint hier!”