Het artikel stond eerder op website van CVandaag
Een groot aantal vooraanstaande christenen, theologen en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders ondertekende onlangs een verklaring van Micha Nederland tegen wat zij ‘extreemrechts’ noemt. Aangezien ‘extreemrechts’ doorgaans als scheldwoord wordt gebruikt om een bonte stoet aan onwelgevallige figuren en opvattingen mee aan te duiden, zou je je als christen niet per se aangesproken hoeven te voelen. Maar wanneer vervolgens concreet geageerd wordt tegen ‘extreemrechtse’ politieke partijen als PVV en FVD, dan wordt het persoonlijk.
Volgens de Micha-verklaring kunnen mensen die zich met ‘extreemrechts’ associëren niet langer aangemerkt worden als oprechte volgelingen van Jezus. En dat gaat mij veel te ver. Sterker nog, er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat genoemde partijen vaak als enige stem geven aan het onrecht dat grote groepen in de samenleving de afgelopen decennia is aangedaan. Dat is de reden dat ik me genoodzaakt voel om elk van de zes punten uit de genoemde verklaring van een reactie te voorzien en uit te leggen waarom ik ‘extreemrechts’ ben. Dat ik daaraan nog een zevende opmerking toevoeg is meer dan een knipoog; ik denk dat een gezamenlijk streven noodzakelijk is om als christenen in het huidige politieke tijdsgewricht geloofwaardig te blijven.
1. Met Micha ben ik ervan overtuigd dat de menselijke waardigheid tot de kern van het christelijk geloof behoort. Wij allen – joden, christenen, andersgelovigen, inclusief vluchtelingen – zijn door God geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar tegelijk ben ik niet zo naïef om te denken dat afkomst, religie en cultuur nooit een bepalende rol spelen bij gedrag dat zondermeer als schadelijk dient te worden aangemerkt. Door in het kader van recente migratiegolven te spreken van ‘een tsunami’, vroeg Geert Wilders aandacht voor het even massale als ongecontroleerde karakter ervan. Met alle gevolgen van dien voor zowel de kwaliteit van de opvang als de sociale cohesie, tolerantie en onderlinge solidariteit in onze samenleving op de langere termijn. Teveel migranten blijken onvoldoende affiniteit te hebben met de basiswaarden van onze joods-christelijke beschaving om mensen die niet tot hun eigen stamverband of godsdienstige overtuiging behoren als minderwaardig te beschouwen – en daarnaar te handelen. Maar geen enkele christen zou vrede moeten hebben met het onrecht dat vrouwen, joden en homo’s in bepaalde volkswijken wordt aangedaan. Ondertussen zijn zij wel degenen die alleen het vege lijf kunnen redden door te vluchten uit de wijken waarin zij generaties lang hebben gewoond. Als het ‘extreemrechts’ is wanneer je daartegen je stem verheft, dan heb ik daarmee uiteraard niet het minste probleem.
2. Een ‘extreemrechtse’ ideologie kan uitstekend samengaan met mijn christelijke levensovertuiging. Ik ben ervan overtuigd dat wij de cultuur die weigert discriminatie en geweld tegen (blanke en zwarte) vrouwen, joden en homo’s te legitimeren, moeten koesteren. Ik denk zelfs dat de mensen van Micha dat diep in hun hart met ‘extreemrechts’ eens zijn: de cultuur die uitgaat van joods-christelijke waarden als vrijheid, gelijkwaardigheid en onderlinge solidariteit is superieur aan culturen die daaraan geen boodschap hebben. De ideologie van het multiculturalisme lijkt echter soms dusdanig bezit te hebben genomen van veel christenen dat ze dat niet meer openlijk durven zeggen. Daartegenover is ‘extreemrechts’ van mening dat niet-westerse culturen die ageren tegen de genoemde westerse waarden, als minderwaardig moeten worden beschouwd. Het is ook geen schande voor een christen om dat te beamen. Integendeel! Een politiek op basis van die overtuiging had veel onrecht en ellende kunnen voorkomen.
3. De joods-christelijke traditie heeft ons een cultuur gebracht waarin een ieder geroepen is tot naastenliefde. Anders dan de ondertekenaars van de Micha-verklaring, is ‘extreemrechts’ van mening dat die liefde per definitie begrensd is. Simpelweg omdat wij mensen en de middelen die ons ter beschikking staan beperkt zijn. We moeten ook reëel zijn: in ons land dragen de zwakste schouders relatief gezien de zwaarste lasten als het gaat om de gevolgen van migratie. Wanneer we niet meer in staat zijn om de armsten in onze samenleving van de noodzakelijke levensbehoeften te voorzien, wordt het dan niet hoog tijd dat we eens kritisch kijken naar de intenties van veiligelanders die hier aankloppen omdat zij zich door mensensmokkelaars hebben laten vertellen dat wij hier de meest royale sociale voorzieningen hebben? Volgens mij heeft een positief antwoord op die vraag niets met een gebrek aan naastenliefde te maken. Integendeel, onbegrensde naastenliefde betekent in de praktijk maar al te vaak dat we onvoldoende oog hebben voor de noden van de mensen in onze directe omgeving – degenen die ons per slot van rekening het meest na staan.
4. Met Micha ben ik ervan overtuigd dat gemakzuchtige politiek schadelijk is. Ik heb dan ook niet zoveel met politici als Angela Merkel die, te midden van de grootste migratiegolven, bleef roepen: ‘Wir schaffen das’. Met die opmerking miskende ze niet alleen de complexiteit van de migratieproblematiek, maar ook de gevolgen die haar beleid vroeg of laat zou hebben voor de maatschappij waarvoor de zorg aan haar was toevertrouwd. We kunnen huizen bouwen zoveel we willen, maar als we niet ook leren kritischer kijken naar de instroom van migranten, dan hebben onze eigen kinderen straks nog steeds het nakijken. Misschien niet zozeer de kinderen van de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders die de Micha-verklaring ondertekenden, maar wel de kinderen uit sociale klassen die al decennialang moeite hebben een betaalbare woning in een veilige omgeving te vinden. Ik vraag me sowieso af of het huidige spraakmakende christendom niet zozeer een gegoede middenklasse-kliek geworden is, dat ze geen enkele affiniteit meer heeft met de noden van de wereld buiten de eigen bubbel, laat staan dat ze zich kan voorstellen welke impact alle goedbedoelde ‘christelijke’ politiek decennialang gehad heeft op de levens van onze zwakste medeburgers.
5. Ik snap dat sommige christelijke leiders zich wat ongemakkelijk voelen bij de electorale successen van ‘extreemrechts’. Maar anders dan deze tendens te bezweren door gemakzuchtige verwijzingen naar een duister verleden, verdient het aanbeveling eens goed in de spiegel te kijken. Welk effect heeft ‘christelijke’ politiek van multiculturalisme gehad op de sociale cohesie en onderlinge solidariteit in onze samenleving? Is de stem van hen die gebukt gaan onder discriminatie en geweld in sommige volkswijken in ons land niet al te lang genegeerd? Wat maakte dat zoveel mensen die voorheen PvdA en CDA stemden de kant van Pim Fortuyn kozen? Zijn dood betekende niet het einde van die trend. Is dat alleen het gevolg van ordinaire volksmennerij, of gaat er een culturele en sociale problematiek achter schuil die te lang is miskend door de gevestigde politiek? Ik ben ‘extreemrechts genoeg om overtuigd te zijn van het laatste.
6. Met Micha ben ik van mening dat de profetische stem niet mag verstommen uit angst voor polarisatie, maar ik betwijfel of men werkelijk profetisch kan zijn wanneer de politiek die daarmee wordt gepropageerd maatschappelijk onrecht negeert, zo niet bevordert. Laten we beginnen met te erkennen dat er culturen bestaan die van geen gelijkwaardigheid willen weten. En dat die culturen tegenwoordig iets talrijker vertegenwoordigd zijn in ons land dan de afgelopen twee eeuwen het geval was. Alweer, de gevolgen daarvan voor de sociale cohesie en de onderlinge solidariteit zij per saldo negatief uitgevallen, zeker voor de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Alleen wanneer we dat als christenen erkennen, kan profetisch spreken geloofwaardig worden.
7. Laten we daarom stoppen met onnodig polariseren en als christenen samen strijden voor het behoud van de essentiële waarden die onze beschaving kenmerken. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen die achter de Micha-verklaring schuilgaan, maar die alleen zijn niet genoeg om de complexe vraagstukken waarvoor wij als samenleving gesteld zijn op te lossen. Daarvoor is het ook nodig oog te hebben voor de negatieve effecten die ook een politiek die met de beste intenties gepropageerd wordt altijd heeft. Laten we elkaar daaraan steeds weer opnieuw blijven herinneren. Als zodanig vormt ook ‘extreemrechts’ een noodzakelijke tegenstem in het koor van een kerk die soms dermate overtuigd lijkt van haar goede bedoelingen dat ze dreigt te vervallen in morele zelfgenoegzaamheid en eigengerechtigheid. Ik ben ervan overtuigd dat ook degenen die de Micha-verklaring ondertekenden met mij van mening zijn dat we dat niet moeten willen.
Hans van de Breevaart is historicus en godsdienstwetenschapper. Hij is belijdend lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Daarnaast is hij verbonden aan het Renaissance Instituut, de denktank van Forum voor Democratie.