Julio Cortazár was onderdeel van de zogenaamde Latin American Boom; een literaire explosie in Latijns-Amerika in de jaren '60 en '70. Opeens ontploft het daar: Garcia Marquez, Fuente, Vargas Llosa, Puig en veel andere schrijvers stonden op met modernistische en/of magisch realistische boeken. Cortazár zoekt in deze roman alle grenzen op van de klassieke roman. Dit werk is dan ook wel de Ulyssus van de Latijns-Amerikaanse literatuur genoemd. Je kunt het boek op twee manieren lezen. Tal van verschillende stijlen, perspectieven, personages, het boek swingt, lijkt bijna geen regels te volgen, is daardoor soms zo moeilijk, maar bovenal: fantastisch geschreven. De zinderende stijl, de filosofische uiteenzettingen, afgewisseld met allerlei alledaagse observaties. Het is niet perse een boek om van kaft tot kaft te lezen, maar om steeds weer een stukje uit te lezen. Langzaam.