De boekenplank

Peter Sloterdijk - De moderne mens kent geen geborgenheid meer

25 maart 2022

De mens is een "naar geborgenheid zoekend wezen" en deed dit gedurende de geschiedenis via relaties, huizen, gemeenschappen, steden, natiestaten en religie. Vanuit dat perspectief gezien: de moderniteit vernietigt de intieme plek van de mens. Maar waar laat dat de mens? Kijk de aflevering voor meer!

"Het kind staat rillend op het balkon en kijkt de zeepbellen na die uit het pijpje waarmee het zojuist bedacht is de hemel in blaast. Nu stijgt een zwerm bellen op, chaotisch en monter als een worp blauwachtige knikkers. Dan bij een volgende poging maakt zich trillend en vol angstig leven een grote ovale ballon van het pijpje los, die door de bries wordt meegevoerd en wegzweeft over de straat. Hij wordt gevolgd door de hoop van het betoverde kind, dat zelf met zijn wonderbel de ruimte in zweeft, als was zijn lot een paar seconden lang met dat van het nerveuze voortbrengsel verbonden. Wanneer de bel na zijn bevende, wijde vlucht ten slotte uiteenspat, slaakt de zeepbelkunstenaar op het balkon een kreet die tegelijk teleurstelling en vreugde uitdrukt. Zolang de bel leefde was de bellenblazer buiten zichzelf geweest, als hing het voortbestaan van de bol af van het feit dat hij gehuld bleef in een meelevende aandacht. 
    (...) 

Het denken van de moderne tijd, dat zich zo lang presenteerde onder de naïeve naam 'Verlichting' en onder het nog naïevere devies 'Vooruitgang', onderscheidt zich door een wezenlijke mobiliteit: telkens wanneer het gehoor geeft aan zin typische 'voorwaarts', voltrekt het de doorbraak van het intellect uit de holen van de humane illusie en begeeft het zich in de niet-menselijke buitenwereld. Niet voor niets staat de kosmologische wending, die naar Copernicus is genoemd, aan het begin van de nieuwere kennis- en ontgoochelingsgeschiedenis. Ze heeft de mens van de eerste wereld beroofd van het kosmologische midden en vervolgens een tijdperk ingeluid van voortgaande decentralisatie. Vanaf dat moment is het gedaan met de illusies die de aardbewoners, de oude stervelingen, omtrent hun kosmische schootligging koesterden, ook al blijven ons zulke ideeën als aangeboren misvattingen aankledingen." Sloterdijk in Sferen

Bovenstaande zijn citaten uit de eerste bladzijden van Sferen van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk, een van de toonaangevende filosofen van vandaag. Zijn belangrijkste boeken: Sferen & Schuim. De vraag die hij stelt is niet wie is de mens? of wat is de mens? maar: waar is de mens? Dat doet hij vanuit het idee dat de mens een "sfeerbouwend wezen" is die er altijd op gericht is om te bouwen aan zijn eigen sfeer. Dat wil zeggen: het bouwen van een intieme, veilige ruimte. Dat doet de mens via de architectuur, via relaties, via het gezien, de stad en zelfs het hemelgewelf: doordat God buiten deze wereld was, kon deze wereld een "binnenruimte" zijn en daarmee een plek van geborgenheid en veiligheid. 

 

Deze these benadert hij vanuit talloze perspectieven: religieus, psychologisch, literatuur, filosofisch, natuurwetenschappelijk. Sloterdijk pakt de gehele geschiedenis (het boek sferen kent dan ook meer dan 2500 bladzijden) om die ene these van de geborgenheid te onderzoeken. Sferen is onderverdeeld in twee boeken:

 

1. Bellen - gaat over het microniveau. In den beginne is de mens in een ander mens, namelijk de moeder. Onze eerste ervaringen spelen zich in een omsloten, beschermende ruimte af. De baarmoeder. En die baarmoeder - microsferen - proberen te herstellen. Dit zijn, zo stelt Sloterdijk, bellen van twee-eenheden van geliefden, zoals Adam en God, een kind met haar pop, of, zoals hij prachtig uiteenzet: een kind dat een bel blaast en die bel volgt. 

 

2. Globen - gaat over het macroniveau, de macrosfeer van de historisch-politieke wereld en de globalisering. (Dit is ook waar het aangehaalde boek: Het Kristalpaleis uit voortkomt) Hoe is de wereld een intieme plek geweest maar ook, misschien vooral, hoe is de wereld gestopt die intieme plek te zijn. Dit is tweeledig volgens Sloterdijk: de ontdekking van Amerika in 1492 van Columbus, en de ontdekking van Copernicus dat niet de zonde om de aarde draait, maar de aarde om de zon. Dit is volgens Sloterdijk een dusdanig traumatische ervaring voor de Europeaan, dat hij hier nooit meer helemaal van zal herstellen. 

Het derde deel, Schuim, gaat over de 21ste eeuw en hoe de mens in globalisering, technologie en individualisering, toch nog geborgenheid weet te vinden, zij het op een minder vaststaande manier. Het is vaak even, een moment, vluchtig, vloeibaar bijna, zoals schuim dat ook is. Maar daarover meer in een andere aflevering!

 

Tot slot: Sloterdijk is een van de meest bijzonder schrijvende filosofen. Lange zinnen, barok, metaforisch, zintuigelijk. Vanaf 14 minuten lezen we voor. Aanrader!

 

Deel op socials

Andere media

Blijf op de hoogte

1743790dfedbbb041146808435edbac5.jpeg

''De Lange Mars door de instituties begint hier!”