Door Hans van de Breevaart
Tussen christenzionisme en cultuurmarxisme
Israël gezien door de realistische bril van Reinhold Niebuhr
De staat Israël houdt sinds de aanslagen van 7 oktober 2023 de gemoederen internationaal weer flink bezig. Daarbij worden de Israëliërs in hun reactie op dat drama onvoorwaardelijk gesteund door degenen die dit soort gebeurtenissen met de bijbel in de hand interpreteren. Lijnrecht daartegenover staan degenen die in Israël een neokoloniaal project zien dat moet worden vernietigd.
Onlangs verscheen de herdruk van een vertaalde introductie op het werk van de Duits-Amerikaanse theoloog en sociaal criticus Reinhold Niebuhr (1892-1971) van de hand van religiewetenschapper Jeremy Sabella bij uitgeverij Skandalon.
Niebuhr stond bekend als ‘christen-realist’, en kreeg reputatie als kritisch commentator op de Amerikaanse binnen- en buitenlandse politiek van zijn dagen.
Dat hij in dat verband geprezen wordt als favoriete filosoof van Barack Obama en het boek een positieve recensie kreeg van historica Beatrice de Graaf, moet ons er niet van weerhouden om ook eens bij Niebuhr te rade te gaan wanneer de wereldpolitiek onze aandacht vraagt. Sterker nog: zijn visie lijkt mij bij nader inzien beter te passen bij de visie op internationale verhoudingen waardoor Donald Trump zich laat inspireren en die ook kenmerkend is voor de lijn die Forum voor Democratie in dit verband kiest.
De reactie op het conflict tussen Israël en de Palestijnen zal hier dienen als testcase. Daarbij zal ik (1) kort ingaan op het christen-realisme van Niebuhr, (2) zijn visie op de rol van natiestaten in de internationale politiek en, in het verlengde daarvan, (3) de christen-zionistische en cultuurmarxistische visies, gevolgd door (4) de realistische visie van Niebuhr op de staat Israël. Dan zal gekeken worden wat (5) de ‘oplossingen’ zijn die worden aangedragen worden op het huidige conflict en hoe daar (6) vanuit een christen-realistische visie tegenaan gekeken dient te worden.
Dat alles in de wetenschap dat hiermee het laatste woord niet is gezegd – noch over de problematiek rond Israël, noch over en de juistheid van mijn interpretatie van Niebuhr rond deze kwestie. Het is dan ook eerder bedoeld als aanzet tot verdere reflectie.
- Het christen-realisme van Niebuhr
Op het eerste gezicht zal mijn insteek velen verbazen. Niebuhr heeft altijd bekend gestaan als een liberal – ideologisch vergelijkbaar met het links-liberalisme dat we op dit moment in Nederland bij partijen als D66 en GroenLinks-PvdA vinden. Dat hij zich daarbij liet inspireren door zijn christelijke geloofsovertuiging maakt dat hij ook binnen het CDA en de ChristenUnie op dit moment furore maakt.
En, inderdaad, hij ageerde in zijn tijd tegen het Nazisme, de Vietnamoorlog, steunde Martin Luther King en Abraham Joshua Heschel in hun strijd voor rassengelijkheid en zou, anders dan Ronald Reagan later, altijd weigeren de Sovjet-Unie het ‘Rijk van het Kwaad’ te noemen.
Daar staat tegenover dat hij weinig vertrouwen had in de Verenigde Naties als vredestichter en hij wel degelijk een duidelijke voorkeur had voor de vrijheden van een democratische rechtsstaat als de Amerikaanse boven het gelijkheidsstreven van dictatoriale regimes als die van de Sovjet-Unie.
Niebuhr wordt om die reden door kenners als Menno Kamminga en Simon Polinder terecht een ‘christelijke realist’ genoemd. Hij was ‘christelijk’ omdat hij het als zijn roeping zag te strijden voor recht en gerechtigheid en daarin iets van Gods Koninkrijk op deze wereld gestalte te geven. Hij was ‘realist’ omdat hij er tegelijkertijd van overtuigd was dat dat Koninkrijk in dit ondermaanse nooit ten volle gerealiseerd zou worden.
Oorzaak daarvan was in het beste geval gelegen in het menselijke tekort, in het slechtste geval in de menselijke geneigdheid tot het kwade. Te vaak laten wij ons drijven door puur eigenbelang – ten koste van onze naasten en, zo weten we inmiddels, onze natuurlijke omgeving. Maar ook als we ons laten leiden door goede bedoelingen moeten we rekening houden met neveneffecten van ons handelen die zelfs de beste intenties in hun tegendeel doen verkeren.
Niebuhr is dus duidelijk schatplichtig aan de joods-christelijke traditie waarin de basisovertuiging is dat goed en kwaad in deze wereld nooit onvermengd voorkomen. God is Goed, evenals zijn schepping – het universum, inclusief onze planeet. Maar daarnaast is ook altijd de macht van het Kwaad en de Duisternis actief. Als onderdeel van deze aardse werkelijkheid staan ook wij mensen continue bloot aan de invloed en verleiding daarvan..
Die verleiding kan sterk zijn. ik noem slechts het volgende voorbeeld: Nazi-Duitsland. Een beweging kan zich inzetten voor de meest hoogstaande idealen. Dat is wat we zagen gebeuren toen Hitler, als rechtgeaard socialist aanvankelijk gedreven door het ideaal voor eens en altijd een einde te maken aan de armoede in Duitsland, besloot politiek actief te worden. Zodra echter rancune de overhand nam en hijzelf de absolute macht in handen kreeg, bleken de destructieve gevolgen van zijn idealisme niet te overzien.
Niebuhr was er zich daarbij scherp van bewust dat er een wezenlijke spanning bestaat tussen de idealen van vrijheid en gelijkheid. Overal waar vrijheid heerst, zal dit leiden tot maatschappelijke ongelijkheid. De VS kan daarbij dienen als voorbeeld. Omgekeerd zal het streven naar gelijkheid altijd ten koste gaan van vrijheid. Daarvoor kunnen zowel Nazi-Duitsland als de Sovjet-Unie als voorbeeld dienen.
- De rol van nationalisme en natiestaten
Als realist stond Niebuhr kritisch tegenover nationalisme en de natiestaat als historisch verschijnsel. Aanvankelijk zelfs zozeer dat hij natiestaten zag als een vorm van collectief egoïsme. Het eigenbelang waardoor mensen van nature gedreven werden, was ook kenmerkend voor het collectief. Zeker als het ondersteund werd door een sterk ontwikkeld nationaal besef, waardoor in de beleving van burgers de natiestaat de representant werd van het eigenbelang binnen het internationale politieke bestel.
Niet dat dit eigenbelang per definitie slecht was. Voor haar burgers kon een natie die in staat was haar belangen internationaal te behartigen voor vrede, recht en welvaart zorgen.
Maar altijd gaf dit eigenbelang ook stof tot conflicten, zo stelde Niebuhr nadrukkelijk. Die conflicten lieten zich niet door een internationale instantie als de Volkerenbond of Verenigde Naties oplossen. Als ze door interne verdeeldheid al niet vervielen tot onmacht, of ze ontaardden in vehikels voor de belangen van de sterksten dan wel toevallige meerderheden.
Geconfronteerd met het destructieve nationaalsocialisme van Duitsland onder Hitler, bepleitte Niebuhr een democratische variant van het nationalisme waarin recht zou kunnen worden gedaan aan de belangen van alle burgers binnen de grenzen van de natiestaat. Maar aangezien internationaal destijds in de vorm van de Sovjet-Unie de dreiging bleef bestaan van hernieuwd imperialisme, was het zaak de geest van dit democratisch nationalisme zoveel mogelijk te helpen bevorderen.
Tegelijk bleef Niebuhr, zoals gezegd, scherp oog houden voor het risico dat met het nastreven van politieke idealen gepaard ging. Goede bedoelingen gingen al te vaak aan hun eigen onbedoelde neveneffecten ten onder. Daarnaast kon idealisme ook nog eens misbruikt worden als schaamlap voor het nastreven van eigen belangen wereldwijd.
Hij was dan ook een voorstander van de Amerikaanse containment-politiek in Europa, maar hij was verklaard tegenstander van de Vietnamoorlog. Hij zou naar mijn stellige overtuiging ook tegen de oorlogen in Afghanistan, Irak, Syrië en Libië zijn geweest. Ook al werden die oorlogen gevoerd in naam van ‘de democratie’ en dienen ze Amerikaanse belangen, de materiële schade en menselijke tragedie die daarmee in betrokken landen is veroorzaakt staan in geen verhouding tot de beoogde winst.
Hetzelfde geldt denk ik ook voor de Amerikaanse inmenging in Oekraïne. Ook dat is in naam van ‘de democratie’. En ook de materiële belangen zijn daar, net als destijds in Irak, immens. Maar het is werkelijk de vraag in hoeverre die het best gediend waren met de onvoorwaardelijke steun aan het regime in Kiev in haar strijd tegen de Russischsprekende minderheid in oostelijk Oekraïne alsmede de belofte van een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne dat door Moskou als een direct bedreiging voor haar eigen veiligheid wordt gezien. Een realistische benadering had de herhaalde bezwaren daartegen van Russische zijde op zijn minst in overweging genomen (zie daarover meer uitgebreid De Oekraïne-oorlog: een tragedie of toch nog reden tot hoop? | Renaissance Instituut).
- De toekomst van Israël als natiestaat….
Het is in het conflict van Israël met de Palestijnen dat belangrijke verschillen tussen het realisme van Niebuhr en dat van christenzionisten en cultuurmarxisten het duidelijkst kan worden geïllustreerd.
Christenzionisten menen met de bijbel in de hand precies te weten wat God met Israël voor heeft. De stichting van de staat Israël was een vervulling van de bijbelse profetieën (die van het zogenaamde Oude Testament) en gaat vooraf aan de terugkomst van Jezus als de Messias aan het eind der tijden (precies zoals te lezen valt in de Openbaringen die als sluitstuk van het Nieuwe Testament fungeren). Als zodanig worden Palestijnen die uit zijn op de vernietiging van de staat Israël – moslims, seculieren én christenen – als vijanden van God afgeschilderd.
Dat de militaire infrastructuur van Hamas na de aanslagen van 7 oktober 2023 volledig vernietigd moet worden, spreekt voor hen vanzelf. Dat alles met Gods goedvinden. Want: ‘Wie Gods volk aanraakt, raakt Gods oogappel aan’. En in het verlengde daarvan mogen passende maatregelen worden genomen. Staat er niet geschreven: ‘Gods vijanden zullen vergaan’?
Daartegenover staan de zogenaamde cultuurmarxisten, voor wie op dit punt de Palestijn Edward Said (en wiens Orientalism zo mogelijk als Gods eigen woord wordt vereerd). Zij zien in Israël een Zionistisch (dat wil zeggen: neokoloniaal en kapitalistisch) complot zien van de Joodse lobby in Amerika om het Midden-Oosten aan haar economische en politieke belangen te onderwerpen. Daarbij is genocide op de Palestijnse bevolking de meest voor de hand liggende optie. Het is dan ook zaak dat de Palestijnen daartegen collectief in opstand komen, de Joodse staat vernietigen, het land terugveroveren op de bezetters en hen met alle mogelijke middelen uit Palestina verdrijven.
Hamas vervult in dit cultuurmarxistische denken de functie van noodzakelijke katalysator om dit proces op gang te brengen. Dat daarbij zoveel mogelijk ook de Palestijnse burger wordt betrokken spreekt vanzelf. Het is tenslotte een collectieve strijd tegen het per definitie genocidale Zionistische regime. En dus ook letterlijk een strijd op leven en dood.
Het christen-realisme van Niebuhr staat lijnrecht tegenover deze beide narratieven. Hij is er principieel van overtuigd dat de scheidslijnen tussen Goed en Kwaad veel minder helder zijn dan door christenzionisten en cultuurmarxisten wordt gesteld. En ook het Einde van de Geschiedenis is volgens hem niet zomaar binnen handbereik.
- …volgens het christen-realisme (1)
De staat Israël was voor Niebuhr om te beginnen geen bijbelse, maar praktisch-historische noodzakelijkheid. De geschiedenis had aangetoond dat Joden op veel plekken in de wereld hun leven niet zeker waren. Naast de Joden die wel volledig geassimileerd waren of elders getolereerd werden, zoals in Amerika, moest hen de mogelijkheid gegeven worden binnen eigen landsgrenzen een veilig heenkomen te zoeken. Het lag het meest voor de hand daarvoor het land te kiezen waar zij al ruim drieduizend jaar woonachtig waren geweest en waar ze zich de jaren daarvoor door grondaankopen en immigratie in steeds groter aantallen opnieuw hadden gevestigd: eretz israel.
Dat op datzelfde grondgebied ook nog andere volken woonden vormde voor Niebuhr geen principieel beletsel. Zij konden er niet meer rechten op laten gelden dan Joden. Maar gezien de onderlinge spanningen tussen Joden en de aanwezige Arabische stammen, leek het hem niet verstandig om hen gezamenlijk onder te brengen in een democratische natiestaat waarin Palestijnen getalsmatig de overhand zouden hebben. Hij beval dan ook een tweestatenoplossing aan. Dat die nog altijd niet is gerealiseerd, heeft te maken met het feit dat de Arabische staten vanaf het begin een Joodse staat in hun directe omgeving weigerden te accepteren en uitsluitend een Palestijnse staat wensten te erkennen.
Inmiddels kunnen we vaststellen dat veel Arabische leiders zijn gaan inzien dat de staat Israël op dit moment een gegeven is waar zij niet omheen kunnen. Een toenemend aantal van hen onderhoudt inmiddels vriendschappelijke betrekkingen met Israël. Daarnaast is er sprake van een aanzienlijke Arabische minderheid in Israël die aanspraak kan maken op dezelfde rechten als Joden.
Nog steeds is er echter een aantal stammen (deels in Gaza, deels op de West Bank) en staten (met name Iran) dat weigert Israël te accepteren en haar vernietiging nastreeft. Dat leidt tot spanningen die van tijd tot tijd hevig escaleren – met de oorlog sinds 7 oktober vorig jaar als meest recente episode.
- De ‘oplossing voor het huidige conflict
De realisten pleiten voor vrijlating van de Joodse en Arabische gijzelaars die door Hamas werden gemaakt. Hoewel ze de voorkeur geven aan een diplomatieke oplossing, realiseren ze zich ook dat die gezien de tegenstellingen tussen de strijdende partijen niet gemakkelijk te bereiken is. Dat maakt militair ingrijpen noodzakelijk. Ze zijn er alleen niet zeker van of het streven naar vernietiging van Hamas zal bijdragen aan dat doel en of dat de kans op vrede tussen Joden en Palestijnen op termijn vergroot. Het grote aantal burgerslachtoffers als gevolg van de Israëlische aanvallen kan heel goed ook tot verbittering en onverzoenlijke haat onder de lokale bevolking in Gaza leiden.
Volgens realisten mag naast steun voor Israël het lot van de getroffen bevolking van Gaza niet uit het oog worden verloren. Tegelijk dient daarbij te worden erkend dat Israël daartoe ook het nodige doet door de bevolking regelmatig van olie, elektra, voedsel en medicijnen te voorzien.
Christenzionisten zijn eerder geneigd om de huidige regering in haar streven tot totale vernietiging van Hamas te steunen. Alsof bij de eerdergenoemde aanslag het voortbestaan van de staat Israël op het spel stond. En bij de tienduizenden burgerslachtoffers wijzen ze steevast op het feit dat Hamas de gewoonte heeft burgers en burgerdoelen als schild te gebruiken. Daarover echter niet getreurd, want ‘Gods vijanden zullen vergaan’. Er zijn er onder christenzionisten zelfs die met religieus-extremistische Joden menen dat het probleem opgelost zou moeten worden door heel Gaza plat te bombarderen.
Daartegenover zijn er de cultuurmarxisten en degenen die zich identificeren met de Palestijnse christenen, die volhouden dat Israël inderdaad genocide pleegt op de bevolking van Gaza en daarbij simpelweg ontkennen dat het leger, ondanks vaak buitensporig geweld, wel degelijk probeert het aantal burgerdoden te beperken. Voor hen zijn de Joodse stemmen die oproepen tot genocide representatief voor het streven van de Joodse staat. En dat het enige adequate antwoord daarop volgens hen de totale vernietiging van de staat Israël is en de verdrijving van alle Joden from the river to the sea.
Het zal duidelijk zijn dat een realistische visie mijlenver van de cultuurmarxistische afstaat. Een politiek die gericht is op vernietiging van de staat Israël was voor Niebuhr onbespreekbaar. Sterker nog: hij zag Israël als een buitenpost van de joods-christelijke beschaving waarmee vanzelfsprekend een sterkere affiniteit bestond dan met de in zijn ogen primitievere Palestijnen (2).
Maar hij zag Israël zeker niet als onderdeel van een imperialistisch beschavingsproject (alhoewel neoconservatieven menen zich daarvoor wel degelijk op Niebuhr te kunnen beroepen) (3), of bedoeld om de Amerikaanse belangen in het Midden-Oosten te behartigen (Israël is nog steeds minder dan de Amerikanen zelf gevoelig voor de Joodse lobby) (4).
Die affiniteit werd ingegeven door het feit dat Israël een democratische rechtsstaat is – ondanks alle feilen die deze ook in Israël vertoont. Daarnaast is de wijze waarop Israël omgaat met de Arabische minderheid binnen haar eigen grenzen gegeven de omstandigheden voorbeeldig – ondanks het feit dat ook in Israël zelf discriminatie wel degelijk voorkomt.
Maar volgens Niebuhr bood een democratisch Israël geen enkele garantie op een vreedzame afloop van het conflict. Om eigen lijfsbehoud is Israël regelmatig genoodzaakt geweld te gebruiken. Dat ze daarbij land bezit waaruit Palestijnen verdreven zijn en waarop die laatsten historische rechten op kunnen laten gelden, valt niet te ontkennen.
Zo bezien is het conflict onoplosbaar. Alleen, christenzionisten en cultuurmarxisten nemen daarmee geen genoegen. In hun apocalyptische denken is alleen plaats voor een definitieve oplossing die vanuit realistisch standpunt bezien geen recht doet aan de complexiteit van de lokale situatie. De realist erkent dat aan beide zijden geen recht kan worden gedaan vanuit het perspectief van de tegenstander en dat alleen ‘de wet van de liefde’ (Niebuhr’s term) (5) of, in termen van de islam, een ‘jihad van liefde’ (die van bijv. Mohamed El Bachiri) (6) hier ooit eens voor een oplossing gaat zorgen. En zelfs dan is een definitieve oplossing niet gegarandeerd – zoals de recente geschiedenis van Zuid-Afrika laat zien.
Hoe beducht hij was voor gemakkelijke oplossingen die ook nog eens met veel gelovig (al dan niet seculier) bombarie werden verkocht, mag blijken uit het volgende citaat (7):
De poging een dergelijk conflict in geestelijke termen te vatten zou deels succesvol kunnen zijn, maar het gaat altijd gepaard met het tragische neveneffect van een geestelijke accentuering van natuurlijke conflicten. De introductie van religieuze motieven in dit soort conflicten is doorgaans niet meer dan de ultieme en meest demonische uiting ervan. Godsdienst wordt vaak gezien als de laatste en meest omvattende poging van de menselijke geest om te ontsnappen aan de gebrokenheid van het aardse en ons zicht te geven op het eeuwige. Maar wanneer die poging gedaan wordt zonder dat het gepaard gaat met de nederige erkenning van de beperktheid en historische gebondenheid van onze menselijke religiositeit, zelfs in momenten van verlangen naar dat wat boven tijd en plaats uitgaat, dan verandert elk religieus streven in zondige leugenachtigheid. Godsdiensten die dienen om maatschappelijke en politieke structuren te legitimeren verworden op deze manier tot de meest gewelddadige instrumenten in het conflict tussen beschavingen.
Het lijkt me goed dat christenzionisten, net als cultuurmarxisten die zich opwerpen als de pleitbezorgers van haar islamitische slachtoffers, de bovenstaande waarschuwing van Niebuhr ter harte nemen. Laten we alle theologisch en religieus gelegitimeerde oplossingen nu eens even parkeren en ons beperken tot de historische werkelijkheid in al zijn complexiteit en waarin realiteiten met gerechtvaardigde grieven om de voorrang strijden zonder dat een gemakkelijke oplossing binnen handbereik is.
- Gemakkelijke oplossingen zijn gevaarlijk!
Op dit punt stemt Niebuhr’s realisme overeen dat van critici (8) die op basis van hun analyse van de moderne tijd tot de conclusie kwamen dat elke poging daarin om vooruit te grijpen op een ideale toekomst (in theologische termen: het eschaton) vroeg of laat ontaardt in een totalitair regime. Haar neiging om simpele oplossingen voor te spiegelen voor complexe problemen en die vervolgens met alle mogelijk middelen gestalte te geven, vernietigt ze die werkelijkheid – daarbij volledig voorbijgaand aan het eigen bestaansrecht en de historische en maatschappelijke waarde ervan.
Dat streven naar ultieme oplossingen zag Niebuhr terug in marxisme en nationaalsocialisme. En hij herkende het religieuze drive erachter: het onstilbare verlangen voor eens en altijd te ontsnappen aan onze gebroken alledaagse werkelijkheid.
Niebuhr geloofde niet in gemakkelijke oplossingen. Is dat ook de boodschap die we overhouden aan het boek van Sabella? Ik moet zeggen dat de paragraaf die gewijd is aan diens visie op de staat Israël de diepgang mist die nodig is om zinvolle wegen te wijzen in het huidige conflict.
Het boek van Sabella is per saldo een nogal gekleurde interpretatie van Niebuhr. Ik wil het als zodanig zeker ter lezing aanbevelen. Maar om het denken van Niebuhr vruchtbaar te maken is het van belang hem vervolgens zelf te lezen met de vragen van deze tijd voor ogen.
Het is zaak daarbij kritisch te zijn. Door de vertalers wordt, volgens hen geheel in lijn met het denken van Niebuhr, bijvoorbeeld gesteld dat de huidige klimaatverandering ons de ironie toont van het economische systeem dat ons zoveel welvaart heeft gebracht. Dat de creatie van onze welvaart onbedoelde neveneffecten hebben die schadelijk zijn voor het milieu (iets anders dan het klimaat) staat vast. Om die gevolgen tegen te gaan wordt gelukkig al decennia lang beleid gemaakt.
Maar de genoemde ironie gaan ze wat mij betreft niet ver genoeg. Kundige rekenmeesters vertellen ons namelijk dat het klimaatbeleid (iets anders dan milieubeleid) bij lange na niet voldoende zal zijn om de gevreesde klimaatverandering tegen te gaan. En of dat nog niet erg genoeg is (denk aan alle kapitaalvernietiging), heeft datzelfde beleid tot gevolg dat energieprijzen almaar stijgen en steeds meer mensen en bedrijven hun energierekening niet meer kunnen voldoen. Dat is niet eens ironisch meer – dat is tragisch.
Ik bedoel maar: als we ons dan toch graag door Niebuhr willen laten inspireren, laten we het dan ook goed doen!
Ten slotte
De vertalers denken dat het boek van Sabella ons een weg zou kunnen wijzen uit de polarisatie van dit moment. En ik ben het daarmee roerend eens. Met betrekking tot het huidige conflict tussen Israël kunnen wij van hem kunnen leren uiterst sceptisch te staan tegenover de manier waarop de uitersten van christenzionisme en cultuurmarxisme tegen de zaak aankijken. Die verergeren het conflict eerder dan dat ze aanknopingspunten bieden voor de noodzakelijke de-escalatie.
Alleen lijkt de enige partij in Nederland die zo consequent voor de-escalatie pleit precies de partij te zijn die volgens velen alleen maar polariseert. Ook voor ons land zou een minder polariserende benadering van het conflict in het Midden-Oosten mogelijk de vrede dienen in wijken waar de spanningen nu vaak huizenhoog oplopen.
Vooralsnog is het in het huidige tijdsgewricht, waarin christenzionisten en cultuurmarxisten vaak het hoogste woord hebben, al polariserend wanneer je ervoor pleit om niet als een stelletje religieuze zeloten ook met betrekking tot Israël bepaald beleid na te streven dat belooft een oplossing te zijn voor de bestaande problemen, maar nuchter en zakelijk – inderdaad: meer realistisch – naar de problemen te kijken.
Ik verbeeld me dat datgene wat in het huidige debat vaak polariserend wordt genoemd, door Niebuhr zelf als profetisch zou zijn aangemerkt. Natuurlijk heeft Israël het recht zichzelf te verdedigen. Maar in het huidige conflict zijn op dit moment vooral de burgers van Gaza slachtoffer van de gevechtshandelingen. Daarvoor dragen zowel Hamas als Israël elk op hun eigen wijze verantwoordelijkheid.
Dat met die erkenning op zichzelf de oplossing nog niet direct voorhanden is, kan niet worden ontkend. Maar het perspectief van christenzionisten en cultuurmarxisten is sowieso geen oplossing voor het huidige conflict. Daarvoor ontbreekt bij hen de basale erkenning van de realiteit – dat zowel Israël als de inwoners van Gaza er zijn en dat zij op het door hen bewoonde gebied historische rechten kunnen laten gelden die niet voor die van de tegenpartij onder doen.
Alleen een zakelijk compromis kan daaraan in deze gebroken werkelijkheid volgens christen-realisten zoveel als mogelijk recht doen. Laten we hopen dat het daar vroeg of laat ook eindelijk van gaat komen…
Die zakelijke benadering zou ook voor ons eigen land heilzaam kunnen zijn. Nu zien we vaak eenzijdig het gelijk van Israël benadrukt worden, zonder enige vorm van empathie voor het lot van de Palestijnse bevolking. Tegelijk dient Hamas, mocht daar na dit conflict nog iets van over zijn, natuurlijk de vernietiging van de staat Israël uit haar handvest te schrappen, zodat er eindelijk ruimte komt voor erkenning van de autonomie van Gaza en de vorming van een onafhankelijke staat. Dat zal voor cultuurmarxisten niet voldoende zijn. Maar gezien de huidige situatie is dat het best haalbare.
(1) Ik baseer me voor de visie van Niebuhr op zijn ‘The Future of Israel,’ in Messenger 13 (1948), ‘The Partition of Palestine,’ in Christianity and Society 13/4 (1948), ‘Christians and the State of Israel,’ in Christianity and Society 14/3 (1949) en ‘Jews after the War’, deel I en II in Love and Justice. Selections from the Shorter Writings of Reinhold Niebuhr (Louisville: Westminster, 1992), pp. 133-139.
(2) ‘Jews after the War,’ p. 137.
(3) Daniel F. Rice, ‘The Fiction of Reinhold Niebuhr as a Political Conservative,’ in Soundings. An Interdisciplinary Journal 98/1 (2015), p. 59-83.
(4) O.a. Walter Russell Mead, The Arc of a Covenant. The United States, Israel and the Fate of the Jewish People (New York: Knopf, 2023).
(5) An Interpretation of Christian Ethics (New York: Harper, 1935), p. 144
(6) Mohamed verloor bij de aanslag op luchthaven Zaventem, Brussel, 22 maart 2016, zijn vrouw. Zijn reactie op dit drama in zijn leven werd opgetekend door David Van Reybrouck en verscheen een jaar later onder de titel Een jihad van liefde bij uitgeverij De Bezig Bij te Amsterdam.
(7) An Interpretation of Christian Ethics, pp. 126-127.
(8) Ik denk hier met name aan Eric Voegelin, die in zijn A New Science of Politics (Chicago: University of Chicago Press, 1952) en Science, Politics and Gnosticism (Wilmington: ISI, 1994) waarschuwde tegen de totalitaire tendensen van politiek die mensen de hemel op aarde belooft.
Naar aanleiding van:
Jeremy L. Sabella, Reinhold Niebuhr. Amerika’s politieke geweten. Vertaald en ingeleid door Menno Kamminga en Simon Polinder. Deze herdruk is verschenen bij uitgeverij Skandalon te Middelburg, 2024; 256 pag.; € 25,99.